In ‘Overgewicht, onbelangrijk: vormeloos’ wordt een heel land teruggebracht tot de proporties van een stamcafé. Het land is Oostenrijk, dat aan de ene kant stijf staat van katholieke kleinburgerlijkheid en fascistische elementen en aan de andere kant telkens weer grote kunstenaars en schrijvers voortbrengt, die zich tegen dat enge klimaat keren. In die traditie past Werner Schwab perfect.
Regie
Coen van Onselen
Speeldata en locatie
16 t/m 19 maart 2000
Theater De Poort, Paviljoensgracht 18, Den Haag
Rolverdeling
Jürgen | Marco Smit
Schweindi | Christiaan la Poutré
Hasi | Wanda van Kempen
Karli | Herman Schartman
Herta | Edith Swinkels
Fotzi | Debbie van Kempen
Waardin | Petra Delsing
Het mooie paar | Marc Fluttert en Foske Meerloo
Medewerkers
Productie | Helen Land en Jeroen Smit
Decorontwerp | Herman Schartman en Marc Fluttert
Fotografie | Herman Schartman
Grime | Wanda van Kempen
Hoofden | Debbie en Wanda van Kempen
Lichamen | Saskia den Heijer
Publiciteit | Christiaan la Poutré
Toneelmeester | Els Bekink
Techniek | Hans Bekink
Logopedie | Bineke Dijkstra
Met dank aan
Toneelgroep Drang, Marion Duinmayer, Freiheitlichen Partei Österreichs, Hilde Huitink, Jan Iedema, Lotusgroep Poeldijk, Nederlandse Boks Bond.
Foto’s
Reacties
Haagsche Courant – Adodvs geeft merkwaardige voorstelling
door Angela van Kleef
In een Oostenrijks café zitten de stamgasten bijeen. De bovenmeester theoretiseert over het leven, de bakker doet hetzelfde over brood en de slager over worst. De vrouwen haten hun mannen en die gevoelens worden beantwoord. Gezamenlijk haten allen twee vreemdelingen die zich met niemand bemoeien. Het paar wordt verkracht, geslacht en opgegeten.
Het is allemaal heel zinnebeeldig voor bekrompenheid en het vermogen van mensen elkaar ‘af te maken’. Dit verschijnsel beperkt zich overigens niet tot Oostenrijk, zoals in het programma wordt gesuggereerd. Regisseur Coen van Onselen had in het uitstekende decor een zeer gevarieerde mise-en-scène en beeldvorming ontworpen.
Vrijwel alle spelers leverden prima prestaties in hun karikaturale rollen. Als de hoer Fotzi kronkelde Debbie van Kempen naar hartelust over de mannen en frummelde in hun broeken. Christiaan la Poutré en Wanda van Kempen gaven een kostelijk beeld van het in haat en hypocrisie verbonden echtpaar Schweindi en Hasi. De schreeuwer Karli kwam bij Herman Schartman overtuigend tot leven met aan het einde een opvallend element van wanhoop. Marco Smit barstte als bovenmeester Jürgen geregeld en vaardig los in tirades van vreugde of verdriet over het leven. De rol van waardin was bij Petra Delsing in bekwame handen.
Het mooie paar werd gevormd door een ordinair uitgedoste Foske Meerloo en een bekakte Marc Fluttert. Een bijzondere prestatie leverde Edith Swinkels, die de angstige, altijd geslagen Herta portretteerde en een metamorfose weergaf waar de figuur zich distantieert van het gruwelijk ‘gelag’. Desondanks raakte zij de toeschouwer niet, wat kenmerkend was voor deze merkwaardige voorstelling.
Haagsche Courant van 17 maart 2000
Achtergrond
In ‘Overgewicht, onbelangrijk: vormeloos’ wordt een heel land teruggebracht tot de proporties van een stamcafé. Het land is Oostenrijk, dat aan de ene kant stijf staat van katholieke kleinburgerlijkheid en fascistische elementen en aan de andere kant telkens weer grote kunstenaars en schrijvers voortbrengt, die zich tegen dat enge klimaat keren. In die traditie past Werner Schwab perfect.
Het stamcafé is niet alleen het soort smakeloos ingerichte kroeg die je overal in Oostenrijk kunt vinden, vol met mannen en vrouwen die er hun leven bierdrinkend doorbrengen, het is er ook een mini-samenleving, waarin iedereen elkaar ‘gezellig’ naar het leven staat. Mensen die overal een mening over hebben: eten, politiek, God, de buurman. Schijnbaar ‘gezellig’, maar met een ondertoon van agressie, waar een buitenstaander zich ongemakkelijk bij kan voelen. Borrelpraat, koffiehuisgeleuter, die een bedrieglijk waarheidsgehalte krijgt.
Schwab beschrijft dit milieu met een fileermes. Zijn typeringen zijn net iets scherper dan puur realisme. Het cafégezelschap heeft het over brood en worst, het vaderland, het krijgen en opvoeden van kinderen, poep, pies en neuken en demonstreert zijn impotentie.
Dit alles in aanwezigheid van het Mooie Paar, dat in een hoekje van het café het vreemde vertegenwoordigt, waartegen zich de gezamenlijke agressie richt.
De taal waarmee zij spreken is van een bijzondere constructie, waardoor er een vervreemdingseffect ontstaat. Dit versterkt het onbehaaglijke gevoel wat je als toeschouwer hebt bij het schouwen van de bizarre handeling. Die taal blijkt levensgevaarlijk.
Na de zonde komt ook bij dit gezelschap het schuldgevoel boven. Door middel van een religieus aandoend ritueel doet men boete, waarna alles weer opnieuw kan beginnen. Was het een nachtmerrie of doet Schwab ons twee voorstellen? Het is allemaal even erg. Want het mooie paar blijkt net zo walgelijk te zijn.
Een toneelstuk dat een verrotte samenleving angstigmakend precies blootlegt. ‘Overgewicht, onbelangrijk: vormeloos’ behoort samen met ‘De presidentes’, ‘Volksvernietiging of mijn lever is zinloos’ en ‘Mijn hondemond’ tot Werner Schwabs Faecaliëndrama’s en deze zijn in 1991 uitgegeven.
Schwab werd in 1958 geboren en stierf aan een overdosis alcohol op oudejaarsavond 1993. De presidentes’, zijn eerste toneeltekst, gaf hij in 1989 aan het Wiener Burgtheater, dat het vervolgens vernietigend bekritiseerde en onspeelbaar achtte. Toneelgroep De Trust uit Amsterdam speelde in seizoen 1992-1993 hun eerste Schwab: Overgewicht, onbelangrijk: vormeloos’ en die sloeg in als een bom. Dit alles was te danken aan toneelvertaler Tom Kleijn, die na het lezen van enkele bladzijden van de Faecaliëndrama’s in het Duits, volgens eigen zeggen, De Trust belde en gilde tegen de eerste de beste die opnam: Schwab kopen. Alles! Meteen!!’ De Trust heeft enkele jaren het alleenrecht op Schwab in Nederland gehad. Schwabs teksten zijn echter te belangwekkend om ze na één serie bij één gezelschap niet meer in Nederland te spelen.
De waanzinnige wereld van Werner Schwab wordt nu door Toneelgroep Adodvs verder vormgegeven. Een bizarre tocht met veel tegenstellingen: gruwelijk en mooi, banaal en verheven, poëtisch en platvloers, humoristisch en tragisch.
Coen van Onselen
Interview met regisseur Coen van Onselen
‘Je eigen handtekening ergens onder zetten, daar gaat het om’
Ik vond het zo’n fantastisch stuk dat ik meteen dacht: hier wil ik ooit iets mee doen. […] De thematiek – de totale onmogelijkheid van mensen om met elkaar om te gaan en de agressie die er in zit naar vreemden en alles wat anders is – is nog steeds actueel. Ik heb het gevoel, dat het stuk er op dit moment nog steeds behoorlijk in hakt bij de toeschouwers. En Adodvs wilde iets ongewoons en moeilijk te doorgronden en daarom dacht ik meteen aan dit stuk.
Lees verder …