Naar King Lear van William Shakespeare.
Lear houdt zijn kroon op, maar verder vindt hij het de hoogste tijd voor een rustige oude dag. Hij besluit zijn rijk onder zijn drie dochters te verdelen, en vraagt hen langs zijn neus weg hoeveel zijn 'teerbeminden' van hem houden.
Het antwoord is zoet, zoeter, ongezoet. Nog diezelfde dag moet Lear aan den lijve ondervinden dat een hart snel vertrapt is. Macht en bezit maken mensen op z'n zachtst gezegd brutaal.
Bij Shakespeare levert het zeven begrafenissen op. Bij Moeyaert niet minder. Niets om het hart voor vast te houden: de nar van de koning heeft altijd een paar grappen paraat, af en toe is er tijd voor genegenheid, en de grootste troost komt van de taal van Moeyaert.
Regie
Karin Camerik
Speeldata en locatie
19, 20, 22, 26, 27, 29 oktober 2005
Tangozaal, Grote Pyr
Elandstraat hoek Waldeck Pyrmontkade, Den Haag
Rolverdeling
Lear | Christiaan la Poutré
Goneril | Debbie van Kempen
Regan | Edith Swinkels
Cordelia | Wanda van Kempen
Lot | Berbel Korving
Nar | Trees Poels
Kent | Marco Smit
Gloster | Jaap Broersen
Edgar | Martijn Vrijenhoek
Edmond | Martijn Klabbers
Medewerkers
Productie | Marion Duinmayer, Bineke Dijkstra, Marc Fluttert
Fotografie | Jan-Evert Zondag, Gerdien van Alkemade
Kostuums | Lichel van den Ende
Publiciteit | Gerdien van Alkemade
Foto’s
Kostuums Lichel van den Ende
Prijzen, nominaties en reacties
Nominatie Toneelcompetitie Culturalis-HVA 2005-2006: Nominatie in de categorie vormgeving (voor de kostuums): Lichel van den Ende
HVA Juryrapport
ONGELIKT (naar King Lear van William Shakespeare)
door Toneelgroep Adodvs
Auteur: Bart Moeyaert
Regie: Karin Camerik
Gezien op 22 oktober 2005 in De Grote Pyr
STUKKEUZE
Shakespeare is al niet makkelijk, maar de bewerking van Moeyaert maakt het er niet makkelijker op. Het lijkt er op dat hij niet zozeer bezig is geweest om King Lear te versimpelen als wel het te verbeteren. Sleutelscènes zijn verplaatst, er zijn rollen veranderd en toegevoegd. Dit alles resulteert in een tamelijk pretentieus werkje, dat moeilijker te spelen lijkt dan Shakespeare’s eigen versie. Moeyaert heeft een stuk geschreven dat vooral interessant is voor kenners van het origineel. De verdeling van het land, de motor die het stuk opgang moet brengen is naar ongeveer halverwege verplaatst, waardoor het verhaal eigenlijk niet op gang komt. De menselijke relaties zijn teruggebracht tot filosofische abstracte begrippen, waardoor het spelen van mensen van vlees en bloed erg moeilijk wordt. Want speel jij maar eens: ”primordiale existentiële dualiteit”. Kortom, het stuk is hoog gegrepen. Je maakt het je publiek heel moeilijk. En je stelt je spelers voor de bijna onmogelijke opgave om van deze symbolische maar ook zeer cryptische tekst echte mensen te maken.
VORMGEVING
Om in zo’n kleine ruimte en met duidelijk beperkte middelen dit stuk vorm te geven is niet makkelijk. De publieksopstelling en indeling van de ruimte was spannend en de oplopende podia gaven veel spelmogelijkheden. De uitvoering van de podia met verschillende kleuren en bruine en zilveren lappen vonden we minder gelukkig. Het was rommelig en te onrustig als achtergrond voor de kostuums. Want, en dat moet heel nadrukkelijk gezegd, de kostuums van Lichel van den Ende waren prachtig. Met weinig middelen was een zeer theatraal effect bereikt en bovendien waren de kostuums zeer goed getroffen voor de karakters. De make-up van Goneril, Regan en Cordelia was heel goed en ook Lear zag er mooi uit. We snapten alleen niet waarom het gebruik van make-up niet bij alle rollen consequent was doorgevoerd. Er was weinig licht. Maar dat weinige licht werd ook niet optimaal gebruikt. Veel scènes waren te donker en de lichtveranderingen kwamen zeer willekeurig: vaak te laat of te vroeg, soms midden in scènes. De kleuren van het licht pasten goed bij de kostuums, maar door de beperkte keuze zat je steeds naar dezelfde kleuren te kijken, die lang niet altijd aansloten bij de scène. De kaarsen in het begin vonden we erg mooi. Waarom niet meer van dat soort middelen (kaarsen, schemerlampen, zaklantaarns) gebruikt. De zang met elektrische gitaarsolo was mooi en ook het tikkende geluidje na de pauze was heel sfeervol.
REGIE
De abstractheid van het stuk en ook de pretenties ervan zagen wij versterkt in de regie.
Alles was in een vorm gegoten en dat gaat de regie goed af. We zagen een goed uitgewerkte mise-en-scène. De plaatsing in de ruimte leverde mooie plaatjes op, maar de spelers bleven daar in steken en kwamen niet toe aan het spelen van echte mensen met echte relaties. Vaak stonden ze als poppen in de ruimte niet meer te doen dan het uitspreken van hun tekst. De tekst leek wel heilig verklaard en er was weinig ruimte voor echt contact. Door de kleding en het soms fysieke spel vermoedden wij wel een behoefte aan aardsheid, maar echte gevoelens hebben wij bijvoorbeeld niet gezien.
Ook was het jammer dat niet duidelijk werd hoe de spelers in en uit de voorstelling stapten. Soms stonden ze tegen een muur en waren er als het ware niet en dan weer wel. Soms werd er gesproken zonder dat anderen het hoorden en dan weer wél. Kortom er was geen duidelijke code voor spelers en publiek omtrent de manier van spelen. Verder vonden wij dat er weinig vaart en ook weinig ritme in de voorstelling zat. Alles leek even belangrijk met als gevolg dat het een onoverzichtelijke brei werd. Maar het allerbelangrijkste is misschien nog wel dat wij er niet achterkwamen wat de regie met het stuk wilde.
SPEL ALGEMEEN
Wij vonden het spel van wisselend niveau. Maar we moeten er wel bijzeggen, dat bij zo’n stuk met zijn vele losse flodders en weinig relationele aanpak, het ook heel moeilijk is om te beoordelen of iemand het goed doet of niet. De abstractie van het stuk maakt de tekstbehandeling oncontroleerbaar. Desondanks hadden we bewondering voor het begrip waarmee de teksten werden uitgesproken. Wel vonden wij dat alle rollen erbij gebaat zouden zijn geweest als men zich meer had ingeleefd in het doel en het belang van de rol.
SPEL INDIVIDUEEL
Debbie van Kempen – Goneril
Een krachtige en fanatieke speelster, die zich mooi over het toneel bewoog en lekker met haar tekst omging. Als zij aan het woord was kwam er telkens een klein beetje vaart in de voorstelling. Hoe zij het stukgaan van haar gesp oploste was bewonderenswaardig. Het samenspel met haar zus Regan was erg goed.
Edith Swinkels – Regan
Een sterke aanwezigheid heeft deze speelster en een goede tekstbehandeling. Zeer goed spel samen met haar zuster en de scène waarin ze bekakt praatte was heel leuk. Alleen was niet duidelijk waarom dat niet eerder gebeurde, ze was toch al eerder aan de macht, en waarom het later ook weer weg was.
Wanda van Kempen – Cordelia
Met deze rol had zij duidelijk minder in handen dan haar beide zussen. Dat is altijd lastig. Zij deed soms een poging tot naturel spelen, hetgeen onder de omstandigheden een heldendaad mag worden genoemd. Haar aanwezigheid schoot echter te kort. Na haar dood, eiste de intense blik naar haar vader de aandacht op. Hier was haar aanwezigheid heel sterk.
Berbel Korving – Lot
Het was leuk om het zwangere Lot augurken uit een potje te zien eten, maar waar sloeg het op. Het lijkt ons sowieso erg moeilijk iemand te spelen die er niet is. Toch deed zij het niet slecht. Haar tekstbehandeling was uitstekend en ze bewoog zich goed. Zingen kan ze ook .
Trees Poels – Nar
De bewerking van het stuk heeft de nar eigenlijk vermoord. Het is totaal niet duidelijk wat ze wil, of ze nu bij Lear hoort of bij Lot, of ze nu een gewoon mens is of ook een soort geest, enfin. Overigens speelde ze goed samen; soms met Lear en soms met Lot. Haar tekstbehandeling was OK, maar een nar was ze niet. Na de pauze, samen met Lear, werd haar rol en ook haar spel iets duidelijker.
Christiaan la Poutré – Lear
Deze speler had een keurige tekstbehandeling, was duidelijk en verstaanbaar, maar als koning had hij veel te weinig “aanwezigheid”op het toneel. Het is deze speler niet gelukt om van deze tekst een mens van vlees en bloed te maken. Zijn emoties bleven verborgen. Het was allemaal te netjes en te aardig waardoor woede en gemeenheid niet geloofwaardig werden. Lear was geen moment gevaarlijk voor zijn omgeving.
Jaap Broersen – Gloster
Deze speler heeft duidelijk wel potentie. Hij heeft een zeer pregnante aanwezigheid op het toneel. Ook tekst en beweging zijn bij hem in orde. Wij vonden hem wel een beetje gespannen spelen, waardoor hij weinig openstond voor andere impulsen. Hij had duidelijk een ‘one track mind’
Marco Smit – Kent
In het begin leek het nog alsof deze speler de rol met humor en afstandelijkheid ging spelen, zo rustig en relaxed begon hij. Maar later bleek dat ook het enige te zijn wat hij deed. Hij zei zijn tekst zonder enige emotie en bleef de hele voorstelling onaangedaan. Het leek wel of hij zichzelf onzichtbaar wilde maken.
Martijn Klabbers – Edmond
Deze speler was lekker aan het spelen. Hij had een leuke opening en verder was hij gewoon lekker met zijn rol bezig. Wij vonden zijn gemeenheid niet helemaal geloofwaardig en in het schakelen tussen gemeen en slijmerig had hij ook meer kunnen doen.
Martijn Vrijenhoek – Edgar
Hij heeft een mooie sfeer om zich heen op het toneel. Jammer dat hij last had van zijn stem. Wij vonden zijn opmaakscène een beetje een stijlbreuk in de voorstelling, maar hij deed het wel heel goed.
ALGEMENE INDRUK
De keuze van het stuk en de manier waarop het gedaan is geeft de indruk dat je er iets mee wil. Ons is echter op geen enkele manier duidelijk geworden, wat dat dan is. En we zijn bang dat het publiek ook geen idee heeft. Nogmaals een groot compliment voor de kostuums, heel inventief en heel theatraal.
Recensie Haghespiegel
Gedurfde 'Ongelikt' van Adodvs op locatie
Gezien op 27 oktober 2005 in de Grote Pyr
'Ongelikt' van Bart Moeyaert is een bewerking van King Lear van William Shakespeare. De oude koning Lear is moe en wil zijn koninkrijk verdelen onder zijn drie dochters (Goneril, Regan en Cordelia). Helaas luistert hij naar mooipraters en niet naar diegenen die echt van hem houden. Zijn rijk verdeelt hij onder de naar zijn mond pratende Goneril en Regan. Zijn liefste dochter Cordelia wordt verbannen van het hof, zo ook de graaf van Kent, omdat zij eerlijk zijn. Als Lear afwisselend bij Goneril en Regan zijn oude dag wil doorbrengen komt hij achter hun ware karakter. Hem wordt de deur gewezen en hij gaat zwerven door het land. Hij wordt terzijde gestaan door de nar en zijn oude vriend Kent (in vermomming). Maar Lear is te oud en zwak en bezwijkt. Zijn dochter Cordelia wil hem helpen maar laat daarbij ook het leven. Ook met de andere dochters loopt het niet goed af.
Adodvs had een zaal in de Grote Pyr uitgekozen voor hun voorstelling. De sfeer bij binnenkomst was heel mooi. Ik was laat en zat daardoor niet op een van de gunstigste plaatsen waardoor ik veel tegen achterhoofden aan zat te kijken. De belichting was donker en de akoestiek slecht. Daardoor ontging mij in het begin veel van het verhaal. Gelukkig kende ik de originele versie van Shakespeare waardoor ik er gaandeweg wel in kwam.
Het speltempo lag zeker voor de pauze laag en de teksten werden gedragen gebracht. Daardoor leek het meer op Shakespeare dan een moderne bewerking. Na de pauze kwam er wat meer vaart in. Regisseur Karin Camerik had wel wat leuke vondsten in deze voorstelling gebracht maar die konden niet voorkomen dat er weinig lucht zat in deze Lear.
Christiaan la Poutré had een mooie kop voor Lear maar zijn personage maakte weinig ontwikkeling door. Toen Debbie van Kempen (Goneril) en Edith Swinkels (Regan) warm gedraaid waren speelden zij krachtig en goed samen. De rol van Cordelia (Wanda van Kempen) stak hierbij wat bleekjes af. Een mooie aanwezigheid op het toneel was Berbel Korving. Strak en helder speelde zij Lot. In de rol van Trees Poels (Nar) kon ik maar moeilijk de nar ontdekken. Zij werd hierin ook niet geholpen door haar kostuum. Marco Smit (Kent) kon m.i. wat moeilijk met de tekst overweg maar zijn aanwezigheid was wel in orde.
De kostuums waren verzorgd door Lichel van den Ende. Ze waren heel bijzonder en theatraal. Alleen het narrenkostuum begreep ik niet.
Adodvs speelt vaak op locatie maar deze speelplek voegde niets toe aan het verhaal en maakte het voor de toeschouwers niet gemakkelijk. Dan zit ik toch liever in een theater!
John Roos
Haghespiegel, november 2005