Medea

Medea heeft haar land verraden.
Medea heeft haar broer gedood.
Medea heeft voor de dood van een koning gezorgd.
Dit allemaal omdat zij van Jason houdt.
Maar Jason is haar ontrouw.
Jason trouwt een ander.
Jason wil koning worden.
Medea is woest.
Medea is teneergeslagen.
Medea is slim.
Medea is in staat tot dingen waartoe geen vrouw in staat zou horen te zijn.
Het eeuwige gevecht tussen man en vrouw, waarin nooit een echte winnaar zal zijn!

Regie

Serge Metselaar

Speeldata en locatie

… maart 2002
De Wasserij, Karel Roosstraat 1, Den Haag

Rolverdeling

Verzorgster | Edith Swinkels
Leraar | Christiaan la Poutré
Medea | Janine de Jager
Medea | Marion Duinmayer
Medea | Saskia den Heijer
Koor | Petra Delsing en Debbie van Kempen
Jason | Martijn Klabbers
Kreon | Eelco den Heijer
Aegeus | Martin Lenferink
Kind | Marc Fluttert

Medewerkers

Vertaling | Pé Hawinkels
Productie | Manon van ‘t Wout en Jeroen Smit
Decorontwerp | Marc Fluttert
Fotografie | Manon van ‘t Wout
Grime | Debbie van Kempen, Wanda van Kempen, Helen Land, Foske Meerloo
Publiciteit | Debbie van Kempen
Techniek | Marnix Bosman

Met dank aan

Buurtontwikkelingsmaatschappij Regentes-Valkenbos (BOM-ReVa)
Arie Schagen, Hans Nordmann, Frans de Leef; De Blauwe Aanslag, Café-Restaurant Rootz, Toneelgroep Drang, DJ Kipkillâh, Marieke Wisznievski, Janneke Kostense, Annemarieke Kostense, Egbert Verwey, Marleen Gaillard, Centrum voor Amateurkunst Den Haag.

Nominaties en reacties

Nominatie HVA-Toneelcompetitie:

Bijzondere prestatie (Piet Cornet-beker):
Marion Duinmayer, Saskia den Heijer en Janine de Jager als Medea

Haagsche Courant – Adodvs met bijzondere ‘Medea’

door Angela van Kleef

Medea heeft haar thuis in Griekenland verlaten en is met haar innig geliefde echtgenoot Jason naar Korinthië gereisd. Daar besluit hij echter haar aan de kant te zetten om met de dochter des konings te trouwen. Hij voert zijn plan uit. In duivelse woede ontstoken smeedt Medea haar eigen plan en neemt wraak. Zij vermoordt Jasons nieuwe echtgenote en ook haar eigen kind, Jasons zoon.

In deze door Serge Metselaar geregisseerde voorstelling vertelde Edith Swinkels als Medea’s verzorgster in kort bestek de aanloop tot de eigenlijke handeling.

Inmiddels verscheen op de achtergrond Marc Fluttert als het kind, in mime een balspel spelend. In het vervolg kwam hij keer op keer met een ander spel, nooit sprekend, altijd sterk beeldend. De rol van Medea werd door drie speelsters bijzonder goed vertolkt. Bij Janine de Jager kwam de felle maar beheerste bitterheid indrukwekkend tot leven. Marion Duinmayer vertegenwoordigde overtuigend de zinnelijke, zich in haar wraak verlustigende figuur, terwijl Saskia den Heijer enorm tot de verbeelding sprak met haar vaak zwijgende, altijd ziedende woede. Een prachtige, muzikaal begeleide scène was die van Janine de Jager in een laatste eenheid van beweging met het kind en in haar ogen al het verdriet om wat komen gaat. Martijn Klabbers gaf een in zijn koele zakelijkheid overtuigende Jason te zien met een mooie keerzijde in de wanhoop en razernij na de dood van zijn zoon. Als de beide koorleden bleken Petra Delsing en Debbie van Kempen goed op elkaar afgestemd in hun met verve gebrachte commentaar en meeleven.

Dit was een bijzondere ‘Medea’ op een uitzonderlijke locatie.

Haagsche Courant, 28 maart 2002

Haghespiegel – Toneelgroep Adodvs met moderne ‘Medea’

door John Niemans

Alhoewel er verscheidene versies bestaan van de tragische Griekse MEDEA, is de oudste wel die van Euripides. Na deze in 406 voor Christus overleden auteur, 74 jaar oud, die op het eiland Salamis een teruggetrokken leven leidde, hebben nog andere toneelschrijvers als Corneille, Seneca en Anouilh Medea gebruikt als voorwerp van een teleurgestelde geliefde, die, nadat zij ook haar broer heeft gedood, uit wraak haar eigen kind om het leven brengt en ook de nieuwe echtgenote van de haar ontrouwe Jason vermoordt.

Het decor, slechts een aantal verticale achterdoeken was sober en de aankleding van de tonelisten eigentijds, dus modern. Regisseur Serge Metselaar voerde een drietal Medea’s ten tonele (een knappe vondst), die qua spelpeil weinig voor elkander onderdeden: Janine de Jager, bitter gestemd, Marion Duinmayer, een zinnelijke wraakbeluste en Saskia den Heijer, veelal zwijgzaam, maar duidelijk woedend. Het telkenmale optredende koor werd gevormd door de gelijkluidend geklede Petra Delsing en Debbie van Kempen, die elkaar prima aanvulden in het geven van commentaar op het gebeuren.

Als kind verscheen meermalen, sterk symbolisch, een telkens een ander spel spelende, zwijgzame Marc Fluttert. De inleiding tot het spel was toebedacht aan Edith Swinkels als Medea’s verzorgster. Medea, de naar Korinthië gereisde echtgenote, moet echter ondervinden dat Jason meer heil ziet in een huwelijk met de dochter van koning Kreon, en dat verklaart haar uitzinnige wraak, die tot moorden leidde. Jason zelf (Martijn Klabbers), aanvankelijk koel en zakelijk, werd toch een wanhopige en razende figuur als hij de dood van zijn zoon verneemt.

Het werd een vooral sterk gesproken voorstelling, waarbij opviel dat de grote ruimte van De Wasserij akoestisch soms nadelig werkt bij scènes waarbij zeer luid werd gesproken. Deze Medea was vooral een praatstuk, maar als zodanig zeer te waarderen, niet te lang van duur. Ongetwijfeld een zeer bijzondere voorstelling.

Haghespiegel, april 2002

Juryrapport HVA-Toneelcompetitie – Rapport Medea van Euripides in de vertaling van Pé Hawinkels door Toneelvereniging Adodvs

Gezien op 28 en 30 maart 2002 in De Wasserij in Den Haag.

Stukkeuze

Een klassieke tragedie. Inhoudelijk gebeurt er nogal het één en ander. Als regisseur en als spelers heb je heel wat in handen. Maar simpel is het niet. De tekst is geen dagelijkse spreektaal, de handeling is bigger than life, en wat moet je tegenwoordig met zoiets als ‘de goden’ en ‘het koor’?

Locatie

Regisseur Serge Metselaar had gekozen voor opvoering op locatie, namelijk in De Wasserij in Den Haag. Een betegelde hal, met een behoorlijke echo, geen grit voor de lampen, geen coulissen, geen podium. Er was wel een publiekstribune in geplaatst. Met het specifieke van de ruimte werd weinig gedaan. Eigenlijk werd voornamelijk gebruik gemaakt van de auditieve eigenschap van deze ruimte; een lichte echo. Zo kwamen de manlijke personages allen vanachter de publiekstribune op, wat in deze ruimte betekende dat je eerst de voetstappen dreigend naderbij hoorde komen, voordat er iemand zichtbaar was. Een mooi effect. Hiermee werd een heldere regiekeuze, die van de scheiding tussen de mannenwereld en de vrouwenwereld, benadrukt. De vrouwenwereld, die van Medea, speelde zich binnen af, opgesloten, afhankelijk, ondergeschikt. De vrouwen kwamen stil, ongemerkt op vanachter gespannen doeken, die o.a. als coulissen dienst deden. Opeens waren ze er. En opeens, in stilte, waren ze weer weg. Terwijl de mannen zoals gezegd met dreigend geluid van voetstappen ‘van buiten’ opkwamen, een dynamische, luide, actieve, heersende wereld vertegenwoordigend. Voor de zoon van Medea, nog niet volwassen, gold deze indeling in binnen- en buitenwereld nog niet. Wat zichtbaar werd door zijn opkomsten van verschillende kanten. De akoestiek van de hal gaf de gesproken tekst soms een wat gedragen, plechtstatige klank mee door de echo van de ruimte. Iets wat de voorstelling goed verdroeg.

Het verhaal

Het dramatische verhaal van Medea heeft de regisseur dichterbij ons willen brengen door de personages min of meer herkenbaar uit onze eigen tijd te laten zijn, De verzorgster bijvoorbeeld was een herkenbaar volkstype, dat de mensen welkom heette in een werkschort (deze tijd) en vroeg of iedereen zijn mobiele telefoon wilde uitzetten (deze tijd) om dan op de toon van een kletspraatje (deze tijd) de proloog in te zetten (Euripidides’ tijd). Deze overgang was nogal abrupt. Het leek meer de uitvoering van een idee dat – waarschijnlijk – als kijksleutel voor het publiek moest dienen voor de rest van de voorstelling, namelijk: ‘het verhaal van toen wordt op een toon van nu aan ons verteld’.

Medea

De rol van Medea werd door drie jonge vrouwen gespeeld Waarom? Omdat het een té grote rol is voor één actrice? Omdat er drie Medea actrices voor handen waren en het leuk is als zoveel mogelijk spelers mee doen? Of omdat het opsplitsen van de rol van Medea licht werpt op het personage en de dramatische handeling?

Laten we uitgaan van het laatste. Dan was te zien, in de loop van de voorstelling, dat de teksten van Medea zodanig verdeeld waren dat elke Medea één bepaalde kant van het personage uitspeelde. Er was een intens ongelukkige, diepbedroefde en gekwetste Medea, die zich in gewetensnood pijnigde vanwege de voorgenomen moord op haar zoon. Er was een Medea haast stikkend van haat. En er was een Medea die listig, vals en geraffineerd haar omgeving bespeelde om haar wraak uit te kunnen voeren.

Deze driedeling werd het duidelijkst en werkte ook het sterkst in de laatste scène. De drie Medea’s stonden oog in oog met Jason, als één vrouw. En als één vrouw hieven ze hun vuil bebloede hand beschuldigend naar hem op. Een krachtig beeld. Dat behalve de innerlijke kracht van Medea, ook de innerlijke verdeeldheid van Medea liet zien en voelen.

Het koor

Het koor bestond uit twee identiek geklede jonge vrouwen. Ze spraken met enthousiasme hun tekst, om de beurt een stukje, en soms even simultaan. Er werden af en toe dansjes bij opgevoerd of een attribuut gebruikt. Het werden levendige, vindingrijke, soms haast cabareteske entre-acts. En na zo’n act gingen ze uiterst links en uiterst rechts op de eerste rij tussen het publiek zitten, om mee te, kijken naar de andere scènes. Hiermee werd duidelijk gemaakt dat het koor voor alle toeschouwers, toehoorders en getuigen van het verhaal van Medea stond. Een goed verzorgde en vindingrijke aanpak van dit regieprobleem genaamd ‘koor’.

Muziek

Er werd op welgekozen momenten van muziek gebruik gemaakt in de voorstelling; de theatrale handeling werd op die momenten mooi onderstreept. In slechts één scène was deze balans zoek, namelijk in de afscheidsscène tussen moeder en zoon. Daarin werd zo zwaar op de muziek geleund dat de theatrale handeling zich niet meer ontwikkelde en stil kwam te liggen. De muziek had hier een sentimenteel effect, helaas.

Vormgeving

Wat strak gespannen doeken die als coulissen dienst deden, een aantal lampen met kleurfilters die vanaf de grond de achterwand aanlichtten en een paar lampen gericht op het speelvlak vóór de doeken waren het decor en licht. Spelers stonden onvermijdelijk af en toe in het donker. Toch werden deze schaarse middelen creatief en effectief aangewend. Er was gekozen voor eigentijdse, weinig opvallende kostuums. Pakken voor Kreon en Jason, een kleurig overhemd voor Aegeus. De sportleraar in trainingspak, de verzorgster in werkschort. De kleur van de kostuums van Medea en haar zoon leken van symbolische betekenis; rood en zwart voor Medea – rood als bloed, rood als van een hoer, en zwart als het kwaad, zwart van de rouw -, en wit – de onschuld – voor de zoon. De dames van het koor waren enigszins androgyn gekleed, in een lange broek, met paars overhemd en stropdas. Enigszins zakelijke, doortastende types werden zij zo, die niet alleen uit monde van Medea’s vriendinnen spraken, maar uit monde van mannen en vrouwen van vroeger en van nu.

Spelprestaties algemeen

Bij de casting is de werkelijke, aannemelijke leeftijd van de personages niet al te letterlijk genomen. De verzorgster en de leraar daar gelaten, waren de meeste spelers (te) jong voor hun rol, behalve de zoon, die weer duidelijk te oud was, Kennelijk is er voor gekozen dat het vertellen van het verhaal belangrijker is dan het volledig, zo realistisch mogelijk doorvoelen van het drama.
De jonge spelers komen een heel eind in dat vertellen, Maar af en toe ontbeerde het toch grootsere emoties, meer doorleefde reacties en diepere inzichten, De nogal statische mise-en-scène was wellicht een extra rem op het vrijuit laten spreken van gevoelens.

De opsplitsing van de rol van Medea hielp het tonen van de veelzijdigheid van het personage een eind op weg, maar de invulling in de diepte bleef toch achter. Met name bij Medea II, de van haat vervulde, stond de statische mise-en-scène verdieping van het spel in de weg. De gevoelens van haat maken Medea tot een razende, een beest, een wilde; haar haat is haar motor achter haar gruwelijke daden. In statische, verstikte vorm is dat niet geloofwaardig.

De wijze waarop deze hedendaagse spelers met de oude teksten uit de voeten konden – de één kwam hierin verder dan de ander – dwingt bewondering af. Het is de spelers goed gelukt om die oude vertelling levendig over het hedendaagse voetlicht te krijgen.

Spelprestaties individueel

Verzorgster – Edith Swinkels
Van de verzorgster maakte Edith Swinkels met verve een herkenbaar type met zwaar Haags accent. Ze was prettig brutaal en open naar het publiek, sprak goed verstaanbaar en gaf blijk van komisch talent. De lichte toon in haar spel was een verrassende opening voor deze tragedie.

Leraar – Christiaan la Poutré
In deze Medea was de leraar of opvoeder teruggebracht tot een sportleraar. Christiaan la Poutré speelde een sympathieke, een beetje een sullige, in trainingspak gestoken, niet meer zo piepjonge en weinig bruisende sportleraar. In hoeverre was deze rolinvulling een weloverwogen keuze, en wat waren daarbij dan de overwegingen?

Medea I – Janine de Jager
Wist met name in haar stem het verdriet van Medea vorm te geven. Goede tekstbehandeling. Een goede speelster. Er waren mooie momenten in haar spel, maar toch bleef het geheel afstandelijk. Jammer dat in de afscheidsscène met haar zoon de muziek het gespeelde drama overstemde.

Medea II – Marion Duinmayer
Speelde knap het boosaardige raffinement van Medea. Was zeer genuanceerd en overtuigend in haar tekstbehandeling. Kon geloofwaardig liegen en bedriegen op het toneel door te variëren in intonatie of subtekst. Een interessant actrice.

Medea III – Saskia den Heijer
De van haat vervulde Medea werd in het spel van Saskia den Heijer een van haat verstijfde, verstikte Medea. Met grote concentratie gespeeld. Het was jammer dat het publiek door de strakke vorm zo weinig te zien kreeg van het kunnen van deze op zich intrigerende actrice.

Koor – Petra Delsing, Debbie van Kempen
Met veel inzet gespeeld. Heel verzorgd, met aandacht voor verstaanbaarheid, samenspel, timing, beweging. Leuk en goed gedaan.

Jason – Martijn Klabbers
Te jong voor deze complexe rol, daardoor te weinig overtuigingskracht, maar toch goed gedaan. Wist met de uitroep ‘Het is niet waar’, als hij hoort dat zijn kind vermoord is, echt te raken. En dat is niet niks!

Kreon Eelco den Heijer
Goed gedaan. Er waren mooie momenten in zijn spel. Hij had een behoorlijk krachtige uitstraling, deze Kreon. Maar ook hij wist het publiek niet werkelijk mee te slepen in het drama.

Aegeus Martin Lenferink
Een erg jonge Aegeus. Was sympathiek, maar te licht. Geen man die gebukt gaat onder het lot kinderloos te blijven. Eerder een vrolijke potentiële minnaar van Medea.

Kind Marc Fluttert
Marc Fluttert, een volwassen man, speelde het kind zonder tekst, met louter beweging. Een mooie vondst en goed uitgevoerd. Soms trok dat te veel de aandacht zonder dat dat functioneel was. Toch over het algemeen goed gedaan. Een tijdloos kind, dat stond voor de onschuld die geofferd wordt. Onpartijdig in deze tragedie.

Algemene indruk

Een goed doordachte en goed verzorgde voorstelling. Er werd met veel overtuiging gespeeld. De opsplitsing van de rol van Medea in drie rollen riep vragen op, maar werd gaandeweg de voorstelling steeds duidelijker en effectiever. Aan de voorstelling ligt een sterk regieconcept ten grondslag. Dat geeft de voorstelling in het geheel kracht en samenhang, maar door de wat jonge cast in combinatie met de nogal statische mise-en-scène bleef het voor het publiek vooral een luisteren en kijken naar, en niet zo zeer een meebeleven van deze tragedie. Is dat de bedoeling geweest?

Marijke Beversluis, Leny Vos, Janjaap van Elst

EZ-journaal

Lees hier het artikel.

Interview met regisseur Serge Metselaar

“Van theater gaat mijn hart sneller kloppen”

“Als kind wilde ik al actrice worden, actrice of kapster. Ik was verder niet zo’n kind dat van alles deed, maar in de zesde klas deden we een toneelstuk en toen kreeg ik de hoofdrol, ik was directeur én Beatrix. Helemaal te leuk natuurlijk!”

Lees het volledige interview…