Des
duivels prentenboek
van Ary
den Hertog
Regie W. de Vletter
Gespeeld in 1938
Recensie uit 'Het Tooneel', november 1938
Rolverdeling
Philip Stone - P. Faber
Alice Livingdale - Kitty de Goederen
Roger Livingdale - W. de Vletter
De vriendin van Jane Barker - Bets Huysers
Lewis Fraser - J. W. H. Planje
Buttler - A. C. van der Vet
Dienstmeisje - Lea Regensburg
Door
middel van een gokspelletje met kaarten wint de toneelschrijver Philips Stone
een grote som van Roger Livingdale. Als de laatste, daartoe min of meer door
Stone’s secretaris geprest, zijn vrouw inzet tegen het verloren bedrag,
verliest hij opnieuw.
De toneelschrijver komt de volgende dag zijn winst opeisen en er ontwikkelt
zich een gecompliceerde situatie, waarin zowel de gekwetstheid van de verspeelde
vrouw als de jaloezie van haar man een rol gaat spelen. Een vriendin levert
met haar scherpzinnigheid belangrijk aandeel in het toespitsen van de situatie.
Zij neemt Roger onder haar hoede, om zijn vrouw in de gelegenheid te stellen
om met Stone te dineren en hem een lesje te geven.
Doch als zij vóór het diner de degens kruisen wordt in het woordenspel,
waarin de gekwetstheid van de vrouw maar nauwelijks stand houdt tegen het
standpunt van de schrijver, dat het opeisen van de winst geen vernedering
van haar is maar een hulde aan haar aantrekkelijkheden, reeds duidelijk, dat
zij hem met andere ogen gaat zien dan met die van de diep-beledigde vrouw.
Terwijl in het eerste tafereel van het vierde bedrijf Stone en zijn secretaris
bezig zijn om deze geschiedenis tot een toneelspel te verwerken, komt de verspeelde
vrouw binnen om de ereschuld van haar man met haar persoon te betalen.
Als dan Livingdale hen samen verrast redt Stone de situatie, door te bekennen,
dat zijn oogmerk is geweest om stof voor een toneelstuk te krijgen. En hij
weet de man te overtuigen, dat hij vals heeft gespeeld, door haastig gaatjes
in de kaarten te prikken. Maar de vrouw vliegt er niet in en tot zijn ontzetting
ziet Stone, dat zij op hem verliefd is. De bevrijding uit de complicatie brengt
het laatste tafereel: Stone heeft alles “gedroomd” doch hij is
van de consequenties zo geschrokken, dat hij het stuk niet zal schrijven .
“Er is geen publiek te vinden,” zegt, “dat dergelijke gecompliceerde
nonsens slikt”. Intussen heeft het dit al geslikt.
Bron: Elise, catalogus op CD-rom van de NVA