Je
kunt het toch niet meenemen
van
Moss
Hart & George S. Kaufman
Regie Dolly Boode
Gespeeld in 1960 en 1988
Men kan het uitgebreide gezin
van opa Vanderhof wat ongewoon noemen, zowel wat de samenstelling als wat
de levenswijze betreft, maar opa, kinderen, aangetrouwde kinderen en kleinkinderen
leven heel plezierig in een rumoerige gemeenschap, waarin niemands vrijheid
wordt beknot. In de huiskamer wordt vuurwerk afgestoken, er worden toneelstukken
geschreven, balletoefeningen gedaan bij xylofoonmuziek en er is zelfs een
drukpersje in bedrijf.
De 75-jarige opa, die op zijn 40ste jaar ophield met werken “omdat je
het toch niet kunt meenemen” is van dit bonte geheel het door allen
bewonderde middelpunt.
Tony Kirby, een jonge zakenman, die vice-president is in zijn vaders maatschappij,
en de baas en de verloofde is van opa’s kleindochter.
Alice, houdt genoeg van haar om zich in dit verwarde en verwarrende milieu
tamelijk wel thuis te voelen. Maar zijn vader en moeder, die hij opzettelijk
meebrengt op een ogenblik, dat zij niet verwacht worden, zodat ze de familie
“in vol bedrijf” vinden, gevoelen zich als in een gekkenhuis.
Tot overmaat van avontuur komt de politie het gehele gezelschap arresteren
onder verdenking van verspreiding van opruiende geschriften en van voorbereiding
tot revolutie, waarvan een ontploffing in de vuurwerkfabriek in de kelder
een illustratie geeft.
Alice trekt uit het gebeurde de conclusie, dat het tussen Tony en haar toch
nooit iets kan worden, omdat een diepe kloof hun werelden scheidt, en wil
het huis verlaten. Tony doet een vergeefse poging om haar van haar voornemen
te doen afzien, maar zijn vader komt hem onbedoeld te hulp. Hij wil Tony uit
dit milieu weghalen, maar omdat hij wel een succesvol zakenman is doch eigenlijk
nooit gelukt heeft gekend, komt hij onder invloed van opa’s opvattingen.
Zij worden de beste maatjes, zodat aan Alice’s huwelijk met Tony plotseling
niets meer in de weg staat.
Bron: Elise, catalogus op CD-rom van de NVA