Chateau
de Bersac '12
van Ben
van Eysselsteijn
regie W. de Vletter
Gespeeld
in het seizoen 1935-1936,
Seinpost Theater, Scheveningen
Recensie uit 'Tooneelspiegel-Het Tooneel' van februari 1936
Rolverdeling
Annie Leenders - Mad. Lamarline
J. Rijken - kamerdienaar Antoine
W. Leenders - Monsieur Ie Curé
P. van Zwieteren - Comte de Bersac
J. Hillen – CamiIIe
Enny de Vletter - Marie Thérèse
Beschrijving
van het stuk
Bron: Elise, NVA-catalogus
op CD-rom
Een
romantische geschiedenis in een romantisch kasteel, dat zijn naam gaf aan
een Bordeauxwijn van grote vermaardheid. Doch de oude graaf van Bersac leeft
nog in de vermaardheid van het verleden en de confrontatie met het heden bezorgt
hem veel zorgen.
Hij beheert zijn wijnbergen niet als een zakenman maar als een grand seigneur
en merkt daardoor niet, dat hij zijn financiële ondergang nabij is.
De verweesde dochter van zijn broer komt na een verblijf in Amerika thuis
en zij bereid hem een diepe teleurstelling door van het station niet te komen
in de daarheen gezonden statiekaros maar in de automobiel van de nog ongehuwde
notaris, die op slinkse wijze achter het uur van aankomst gekomen is.
Het is niet zijn enige slinksheid in het stuk, want hij probeert ter wille
van zijn politieke aspiraties het meisje zowel als het kasteel in te palmen
en bedrijft daarvoor allerlei manipulaties, die de graaf niet, maar het meisje
en de levenswijze pastoor wel doorzien.
De aanstaande ontmaskering van de notaris wordt al duidelijker op het gekostumeerd
feest ter ere van het teruggekeerde nichtje, dat van zijn veroveraarsmanieren
geenszins gediend is.
Niettemin waagt hij het toch om de graaf in moeilijkheden te brengen met de
bedoeling een grote "coup" uit te voeren, die hem kasteel en meisje
in handen zal spelen.
Doch er is ook nog een rijke Canadees in het spel, die het meisje op de boot
ontmoet heeft.
Op haar verjaardag geeft hij haar een baby-auto cadeau en hij blijkt ook bereid
om geld te steken in de gezondmaking van het "bedrijf" van de graaf.
Dat dit een familiezaak zal worden is, nadat de notaris is afgepoeierd, wel
duidelijk, en de graaf wil in de liefde niet achter blijven en doet op hoofse
wijze de opvoedster van zijn nichtje een huwelijksaanzoek.